[ad_1]

Een momentje voor Marcel.
“Alexia Venema van Cure4Life Haarlemmermeer leerde Marcel kennen tijdens een zwangerschapsvervanging april – oktober 2019 in Amsterdam-Noord. Marcel begon spontaan te bloggen over zijn traject. Zijn bijdragen zijn oprecht, vlot geschreven, grappig en goed leesbaar. Wij nodigen je dan ook van harte uit om zijn artikelen te gaan lezen.”
•
Kijk hem nou liggen. Een beetje zielig geval. Bleek, gerimpeld, vol vlekken en er steekt zelfs een haar uit. Maar ik weet inmiddels beter. De pastinaak, een van de zogenaamde vergeten groenten, mag er dan niet bepaald appetijtelijk uitzien, met zijn zoetige smaak is hij verdomd lekker. Een aangename verrassing tijdens de culinaire ontdekkingstocht die ik heb ingezet om mijn eetpatroon om te gooien.
Laat ik eerlijk zijn: groente was bij mij aanvankelijk niet favoriet. Met mijn Bourgondische inslag lag mijn focus vooral – eigenlijk uitsluitend – op vlees. Véél vlees. Een halve kip, spareribs – uiteraard vooraf gedompeld in een pittige marinade en knoflooksaus binnen handbereik – zo breed dat ze ver over de rand van mijn bord uitstaken, een bal gehakt met de omvang van een hanglamp. Daar droomde ik van. Als kind al. Thuis sloop ik ’s ochtends na het wakker worden regelmatig de keuken in en keerde terug naar bed met een kloek kookboek onder mijn arm. Lekker bladeren en me vergapen aan foto’s van vleesgerechten.
Mijn moeder zette ’s avonds de reguliere driehoek aardappelen-vlees-groenten op tafel. Mijn vader bewaarde het lekkerste voor het laatst – het vlees – maar bij mij was dat als eerste op.
Groente hoorde er nu eenmaal bij en dat at ik braaf op. Soms was dat letterlijk flink slikken. Gekookte andijvie. Ik gruwelde ervan. Zeker omdat het papje melk met maïzena er niet altijd goed doorheen was geroerd. Bleef er ineens zo’n melig klontje in mijn keelgat steken. Brrrrr.
Het kon nog erger.
Postelein. Daar zag ik echt als een berg tegenop. Die constructie. En zó zuur. Af en toe droom ik ervan en dan schrik ik uit mijn slaap en zit met een schreeuw rechtop in mijn bed terwijl het klamme zweet op mijn voorhoofd en elders zit.
Toen ik eenmaal op mezelf ging wonen, was het gedaan met deze groenten. Met andere groenten overigens ook. Ik haalde lekker vlees in huis, en voor het idee wat sla, sperziebonen of wortels, en deed met grote regelmaat en beroep op pizzalijn, snackbar en Chinees restaurant.
Erg gezond at ik niet.
Maar dat is nu veranderd. De weegschaal kreunde onder mijn gewicht, als ik de trap opliep pufte ik als een stoomlocomotief en mijn buik oogde als een rugbybal. Het roer moest om en snel ook.
Ik volg nu sinds drie maanden een programma om gezonder te eten en verantwoord af te vallen. Het werkt uitstekend. Ik voel me lekker, ben inmiddels 11 kilo lichter en heb als extra voordeel geen last meer van astmaklachten.
Ik maak mezelf een nieuw eetpatroon eigen dat voor mij steeds vanzelfsprekender wordt. Een patroon met een normale hoeveelheid vlees en veel groente. Geen aardappelen, rijst en pasta. En allemaal uitgebalanceerde maaltijden. Na het eten niet meer met een volle pens op de bank, maar ook niet het gevoel dat ik nog wel wat zou lusten.
Het is een ware culinaire ontdekkingstocht, waarbij ik op mij onbekende ingrediënten stuit. De zogenaamde vergeten groenten. Dat is mede te danken aan mijn mooie, lieve vriendin. Zij houdt rekening met me en kookt volgens de principes van het programma dat ik volg. Laatste schotelde ze me een puree voor waarin knolselderij een hoofdrol vertolkte. Zó lekker.
Ook zette ze laatst een bord voor mijn neus met iets erop dat op friet leek. Pastinaak, zei ze erbij toen ze mijn achterdochtige blik zag. Pastinaak? Dat bleke, gerimpelde type? Met die haren? Ik deinsde even terug. Maar potverdikkies, wat lekker.
Hier valt nog veel te ontdekken en te ontginnen, besefte ik. Schorseneren. Meiraap. Aardperen. De namen ken ik, maar deze vergeten groenten laat ik standaard links liggen. Helemaal niets wil ik met ze te maken hebben.
Tot nu. Er gaat een nieuwe wereld voor me open.